Er zijn enkele nieuwe btw-regelingen op til. De wetgever heeft een voorontwerp van wet goedgekeurd die de btw-regelingen ingrijpend zal hervormen vanaf 2024. Volgens de wetgever zouden deze nieuwe regels ervoor moeten zorgen dat het leven van degenen die hun verplichtingen nakomen, gemakkelijker wordt gemaakt.

Indieningstermijn

De indieningstermijn voor kwartaalaangevers wordt met vijf dagen verlengd. Dit wil zeggen dat we tot de 25ste van de maand die volgt op het kwartaal tijd zullen hebben om de aangifte in te dienen. Voor maandaangevers verandert er niets voor de indieningstermijn. Dit blijft nog steeds voor de 20ste van de maand volgend op de maand waarop de aangifte betrekking heeft.

Teruggave

De teruggave van de btw wordt ook hervormd. Zo kan je de btw pas terugvragen wanneer het gaat om minstens 50 euro. Verder moet de btw-plichtige al zijn btw-aangiften hebben ingediend met betrekking tot de zes maanden die voorafgaan aan de terugvraag.
Maandaangevers komen vanaf 2024 ook steeds in aanmerking voor een maandelijkse teruggaaf, ook zonder het vergunningsstelsel.

De btw-tegoeden die niet teruggevraagd worden, zullen op een provisierekening btw ingeschreven worden. Deze rekening vervangt de rekening-courant en de bijzondere rekening. Ook de vooruitbetalingen van de btw zullen verschijnen op deze provisierekening.
De belastingplichtige zal vrijwel onmiddellijk en zonder specifieke formaliteiten een teruggaaf kunnen vragen (van een deel of het gehele bedrag) dat op deze provisierekening staat via de applicatie ‘My Minfin’. Hij zal er ook voor kunnen kiezen om het tegoed dat op deze provisierekening staat, geheel of gedeeltelijk aan te wenden voor de betaling van andere bij de administratie voor inning en invordering openstaande schulden.

Voorstel van vervangende aangifte

Er is echter ook slecht nieuws. Voor de btw-plichtigen die hun aangifteverplichtingen niet nakomen, zal er een geautomatiseerde procedure worden toegepast. Deze procedure zal ervoor zorgen dat zij een voorstel van vervangende aangifte zullen krijgen. In dat geval zal de fiscus een btw-aangifte voorstellen in plaats van de btw-aangifte die de btw-plichtige had moeten indienen. Dit zal gebeuren van zodra de termijn van 3 maanden volgend op het betrokken aangiftetijdvak verstreken is.

Op deze vervangende aangifte zal er een verschuldigd bedrag staan, dit bedrag is gebaseerd op het hoogste verschuldigde bedrag aan btw dat is opgenomen in de btw-aangiften die betrekking hebben op de twaalf maanden voorafgaand aan de niet-ingediende btw-aangifte, met een minimum van € 2.100.

De btw-plichtige heeft vervolgens één maand de tijd om te reageren op de vervangende aangifte door de ontbrekende btw-aangifte toch nog in te dienen. Op deze manier kan hij dan toch btw aftrekken. Een belastingverhoging zal dan niet worden opgelegd, enkel de wettelijk voorziene boete voor het laattijdig indienen van de btw-aangifte.

Als er binnen die maand geen aangifte wordt ingediend, wordt de vervangende aangifte definitief. De fiscus kan deze aangifte later nog corrigeren, bij een controle bijvoorbeeld.
De btw-plichtige zal deze nieuwe definitieve aangifte nog kunnen betwisten via een administratief beroep of voor de rechtbank.
In het geval van herhaaldelijke niet-ingediende aangiftes zal er wel een belastingverhoging volgen, bepaald volgens een schaal.